MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (21): SIR ARTHUR CONAN DOYLE | THE RETURN OF SHERLOCK HOLMES

Een van de redenen, waarom ik vijf jaar geleden naar Ierland kwam, was de serie bizarre en ongekend wrede moorden op jonge vrouwen daar. In Nederland had ik mij vastgebeten in de zaak van Marianne Vaatstra en ik herkende tal van patronen, die wijzen op een top down cover up inclusief het veroordelen van patsy’s. Een zaak in deze categorie, die in Ierland vooral de aandacht trok, was die van Elaine O’Hara. Deze vrouw werd aan stukken gehakt gevonden in de Wicklow Mountains, nadat ze meer dan een jaar vermist was. Net als in de zaak Vaatstra was mij direct duidelijk, dat de ‘officiële lezing’ nooit kon kloppen. De ‘Jasper S.’ in de zaak O’Hara was een architect uit Dublin, die tegen de lamp liep op basis van text messages in een mobiele telefoon, die meer dan een jaar lang op de bodem van een stuwmeer had gelegen. ‘Opeens’ werd deze telefoon ‘opgevist’ uit het meer en vanaf dat moment was het oplossen van de zaak een fluitje van een cent, net zo’n fluitje als het kraken van de zaak Vaatstra werd, toen eenmaal was besloten een grootschalig ‘DNA-verwantschapsonderzoek’ te gaan uitvoeren, dat leidde tot de beroemde ‘100% match’. Nu is de grap, dat een ‘100% match’ helemaal niet bestaat in forensisch DNA onderzoek – laat staan 13 jaar na een moord – net zomin als het mogelijk is text messages te lezen uit een telefoon, die een jaar lang op de bodem heeft gelegen van een meer. Tijdens de processen speelde forensisch technische bewijsvoering geen enkele rol. Geen ‘deskundigen’ van Vodafone, Nokia en/of high profile onderzoeksinstituten, die werden ondervraagd in bloedstollende crossfire interrogations, net zo min als er in de zaak Vaatstra enige aandacht werd gegeven aan de ‘100% match’ via samples en blueprints, waarop iedereen, die ‘100% match’ met eigen ogen kon aanschouwen. Sterker nog: de ‘advocaat’ van Jasper S. verzocht niet eens om een contra-expertise, hetgeen in strafvorderlijke zin zelfs misdadig kan worden genoemd!

In een andere alarmerende parallel tussen de zaken Vaatstra en O’Hara: in beide zaken ben ik gearresteerd, in de O’Hara zaak zelfs twee keer! Wat zegt dat? In de Vaatstra zaak ging het om een uiting aan het adres van de advocaat van Jasper S. Jan Vlug. Ik zei op mijn website, dat Vlug zo spoedig mogelijk moest worden kaltgestellt als advocaat van Jasper, omdat hij in werkelijkheid alleen maar meewerkte aan zijn veroordeling. Het OM zag hierin een ‘doodsbedreiging’ – opnieuw. Ik werd overgebracht naar een politiecel in Deventer, waar ik de nacht moest doorbrengen, terwijl NRC Handelsblad een enorm artikel over de zaak publiceerde: ‘Micha Kat bedreigt advocaat van Jasper S. met de dood!’ Uiteindelijk ben ik vrijgesproken, maar geen woord in de media. In de Ierse zaak had ik een speciale website gemaakt, waarop ik berichtte over de zaak O’Hara en andere moordzaken. Tijdens een zitting in dit proces in Dublin werd ik gearresteerd wegens contempt of court – via mijn website zou ik de jury kunnen beïnvloeden. Het gaat hier om precies dezelfde situatie, die ook Tommy Robinson noodlottig werd, al was dat in zijn geval helemaal krankzinnig, omdat het daar ging om de zitting, waarop de jury zou oordelen – te laat dus voor mogelijke ‘beïnvloeding’ via internet. Later werd ik aangehouden in mijn hostel door twee undercover agenten, die mij dwongen de website ogenblikkelijk offline te halen. Deed ik dat niet, zou ik in de gevangenis worden gegooid. Via een telefoontje aan mijn webmaster in Nederland kreeg ik de site op zwart – de rechercheurs stonden erbij om het te controleren. Dat was een stressy moment: als mijn webmaster op dat moment de telefoon niet had opgenomen was ik meegenomen de Ierse goelag in. Wat moest deze extreme inzet van dwangmiddelen onderdrukken? Welke gruwelijke waarheid moest tegen elke prijs worden onderdrukt?

Voor mij was dit alles een grote nachtmerrie. Ik kom uit de school van Sherlock Holmes en zijn assistent Watson. In die tijd werd er nog ‘delict-matig’ gerechercheerd, hetgeen wil zeggen, dat het delict – de moord, de verkrachting, de diefstal – centraal staat en dat ‘bottom up’ werd gezocht naar de dader. Tegenwoordig is dat precies omgekeerd en hebben we te maken met ‘dader-matig’ onderzoek: eerst wordt ‘top down’ besloten wie de dader is en vervolgens wordt er een complete constructie opgebouwd om die van te voren geselecteerde dader te verkopen aan het publiek. Want ga er maar vanuit, dat zoals Jasper S. als zijn Ierse tegenhanger Graham Dwyer ‘van hogerhand’ zijn ‘uitverkoren,’ net als Bart van Urk in de zaak Els Borst en talloze anderen. Ook ik ben slachtoffer geworden van dit ‘dader-matig’ onderzoek: eerst werd immers besloten Micha Kat te gaan aanpakken en vervolgens is een heel team aan het werk gezet daarvoor een ‘strafrechtelijke onderbouwing’ te creëren. Deze ‘revolutie’ in het recherche onderzoek is natuurlijk een grote horror film en geeft aan, dat we in ijltempo op weg zijn naar een totalitaire staat à la Nazi-Duitsland, waar Hermann Goering ooit de onsterfelijke woorden sprak: ‘We hoeven geen onderzoek te doen naar wie een Jood is en wie niet. Dat bepaal ik zelf!’ Op precies dezelfde manier wordt nu ‘van hogerhand’ bepaald wie een dader is. Je hoort Joris Demmink als het ware zeggen, net als Goering: ‘Ik bepaal hier wie een dader is en wie niet!’ DNA wordt hierbij ingezet als ‘hulpmiddel’. Dit is er precies de reden van, dat ik nooit naar Nederland zal terugkeren, omdat ik zeker weet dat de Staat mijn DNA als ze dat eenmaal hebben ook zullen gebruiken – of nou ja, misbruiken natuurlijk.

Een van de bekendste verhalen van Sherlock Holmes is The Hound of the Baskervilles uit 1902, opgenomen in de bundel The Return of Sherlock Holmes (Wordsworth Editions 1995). Hierin wordt een familie geconfronteerd met een monsterlijke hond, die 400 jaar geleden een van de voorvaders zou hebben verscheurd, toen deze een gevluchte dienstmeid achtervolgde met het oogmerk haar te verkrachten; vanaf dat moment houdt een wurgende angst de Baskervilles in de greep, dat het monster opnieuw een slachtoffer zou maken vanuit een banvloek, die over de familie zou zijn neergedaald als gevolg van de seksuele misdragingen van de voorvader. En ja hoor: het verhaal begint met de dood van sir Charles Baskerville. Maar deze is niet aan stukken gereten; wel worden naast zijn lijk sporen aangetroffen, die van niets anders afkomstig lijken te kunnen zijn dan van het monster. Sir Charles heeft nog voordat de hond toesloeg een hartaanval gekregen van angst – maar even zo goed is er wel sprake van moord! In het verhaal wordt stap voor stap beschreven hoe Sherlock Holmes en Watson dit mysterie kraken – zonder ‘100% matches’ of mobiele telefoons met text messages, die ‘antwoord geven op alle vragen’. Dit lezen we in hoofdstuk 10:

A spectral hound which leaves material footmarks and fills the air with it’s howling is surely not to be thought of. Stapleton may fall in with such a superstition and Mortimer also; but if I have one quality upon earth it is common sense, and nothing will persuade me to believe in such a thing.

In de tijd dat Sherlock Holmes ontstond (vanaf 1890) raakte de wereld in snel tempo in de greep van de ‘empirische wetenschappen’, waarin alles ‘bewijsbaar werd geacht’ op basis van de ‘kracht van het menselijk intellect’. Dat verklaart de enorme opmars van het detective genre vanaf die tijd, waarin peuken van sigaretten, afdrukken van schoenzolen, types inkt en de geur van vrouwelijke parfums de sleutel kunnen vormen tot het oplossen van high profile moordzaken op basis van common sense. Natuurlijk zagen we deze approach terug in het recherchewerk in real life, zeg maar tot het einde van het vorige millennium, toen er nog daadwerkelijk ‘teams’ werden geformeerd (‘de recherche heeft 30 man vrijgemaakt voor deze zaak’) om grote zaken op te lossen via bottom up onderzoek op basis van technisch bewijs en common sense. Not anymore.

Terwijl ik dit stuk schrijf is het proces aan de gang van de moord op Savannah. Achter gesloten deuren. Een jongen van 17 is ‘uitverkoren’ als de ‘dader’. Het is niet bekend, of er tijdens dit proces plaats is voor bewijsvoering in de vorm van DNA en/of text messages, of anderszins. Dat sigarettenpeuken, afdrukken van schoenzolen, inkt en parfums geen rol zullen spelen, net zo min als common sense, lijkt wel zeker.

MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (20): LOUIS COUPERUS | VAN OUDE MENSEN EN DINGEN DIE VOORBIJ GAAN
MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (22): JEF GEERAERTS | DE AMBASSADEUR