MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (96): ALEXANDRO GALLENZI | INTERRAIL

Ik ben er nooit in geslaagd mijn rijbewijs te halen. Ik meen, dat ik tien keer examen heb gedaan. De laatste keer was, dat een ‘staatsexamen’, daarmee zou je een grotere kans van slagen hebben. Ik reed die rit vrijwel foutloos kan ik me nog herinneren, maar vlak voor de veilige haven van de parkeerplaats van het CBR stak er opeens een blinde vrouw de straat over. Ik zag haar aankomen, maar besloot (het eindpunt was al in zicht!) niet te remmen, maar door te gassen: er zaten nog meters tussen mij en die blinde vrouw. Maar ik kreeg niettemin een ‘ingreep‘: weer gezakt. Toen besloot ik het er verder bij te laten zitten. Een beslissing, waar ik nooit spijt van heb gehad. Sterker: ik ben er nu van overtuigd, dat mijn leven een enorme impuls heeft gekregen zonder alle sores en (financiële) ellende van een auto, nog afgezien van het feit, dat ik zeker tien keer dodelijk zou zijn verongelukt al of niet met een ‘kennelijk promillage‘. Een ander voordeel van een leven zonder auto is voor mij dat het voor de deep state veel moeilijker wordt je te elimineren. De meest voor de hand liggende methode een ‘staatsvijand‘ uit te schakelen is en blijft sabotage van zijn auto.

Een gevolg van dat alles is, dat er weinig mensen in de wereld zullen zijn, die meer tijd in treinen hebben doorgebracht dan ik. Zeker in mijn ‘glorie jaren‘ als journalist reisde ik continu het hele land door, waarbij er dagen waren, dat ik wel twee keer het traject Amsterdam-Den Haag-Rotterdam aflegde. In de jaren tussen 1990 en 2010 woonde ik in een van deze steden en had voortdurend afspraken in de andere drie. Ik ontdekte hoe belangrijk het is voor een journalist continu contact te houden met het ‘kloppende hart‘ van de samenleving via het openbaar vervoer: je maakt voortdurend van alles mee en komt voortdurend interessante mensen tegen, vooral in de trein en vooral toen ik eerste klas begon te reizen toen mijn ‘succes’ als ‘top journalist‘ toenam. Ik herinner me nog, dat ik tegenover Jaap de Hoop Scheffer kwam te zitten. Een hagelwit overhemd, peperduur pak, opzichtige, glimmende, machetknopen. Op potsierlijke wijze ging zijn gezicht schuil achter een Herald Tribune. Het was een ontluisterende vertoning: wat een poppenkast, wat een fake theaterfiguur! Ik besloot de confrontatie te zoeken en sprak hem aan in de trant van: ‘hoe voelt dat nu, meneer de Hoop Scheffer, al die honderden westerse doden in die zinloze oorlog in Afghanistan?‘ Hij was toen de hoogste man van de NAVO. Hij antwoordde niet en ik herhaalde mijn vraag op meer indringende toon: ‘Denkt u wel eens aan de afgerukte ledematen door die bermbommen, aan de ouders en de nabestaanden van deze mensen?‘. Toen gebeurde er iets wat een diepe indruk op mij maakte. Andere mensen in de coupe begonnen de opgeblazen oorlogscrimineel (ik lees, dat hij later actief werd als ‘lobbyist voor de defensie industrie‘) in bescherming te nemen en zich tegen mij te keren: ‘Laat die man met rust, ja! Hij zit gewoon rustig de krant te lezen!‘. Met deze reflex van de ‘gewone Nederlander‘ om altijd het gezag te steunen, ook als deze massamoorden pleegt of kleine kinderen misbruikt, zou ik later in mijn carrière nog veel vaker worden geconfronteerd, zelfs als het ging om familieleden en ‘beste vrienden‘. Ja, ik heb het dan natuurlijk vooral over de zaak Demmink. Ook over deze grootste misdadiger uit de Nederlandse geschiedenis had ik ooit een confrontatie in de trein. Ik zag de fractievoorzitter van het CDA zitten, Sybrand van Haersma Buma. Het was op het hoogtepunt van de affaire Demmink (of een van de hoogtepunten). ‘Uw partij moet toch echt iets doen aan die Joris Demmink,’ sprak ik hem aan. ‘Dat kan toch zo niet, een pedofiele crimineel als de hoogste man op het Ministerie van Justitie?‘ De man keek mij aan, alsof ik hem ter plekke een mes in het hart stak. Hij antwoordde iets van: ‘Ja, dat gaan we zeker doen, wacht maar rustig af.‘. Ik weet zeker, dat deze man zich deze confrontatie nog kan herinneren. Het boeiende – het verbijsterende – van dit type reactie is, dat ik zeker weet, dat deze man volledig op de hoogte was van de schuld van Demmink en van de gigantische omvang van dit kankergezwel in het Nederlandse bestuur. Hierdoor kon hij niet tegen mij ingaan en iets zeggen als ‘nou, die zaak is een hoop gebakken lucht, er is niets bewezen en we wachten rustig af wat er verder gaat gebeuren! Heb vertrouwen in het OM!‘ Precies hetzelfde maakte ik mee met Fred Teeven met wie ik ooit zelfs een afspraak maakte voor een gesprek over de situatie rond Demmink. Van Teeven is bekend, dat hij ooit heeft gezegd, dat de affaire Demmink ‘voor hem de reden is geweest de politiek in te gaan‘. Het mag bekend worden verondersteld hoe het is afgelopen met deze ambitie van de ‘crimefighter,’ die thans een baan heeft in de ‘kinderbusiness‘. Nog even terug naar Jaap de Hoop Scheffer. Het zou in principe toch ook zo kunnen zijn gegaan, dat andere mensen in die trein mijn kant hadden gekozen en de NAVO baas ook hadden aangesproken in de trant van: ‘Ja, u bent in feite een hard core oorlogsmisdadiger! Dat hele gezeik in Afghanistan gaat helemaal nergens over en 9/11 was een inside job, daar heeft de Taliban helemaal niets mee te maken! Sterker: de Taliban zijn een creatie van de Amerikaanse deep state! Shame on you, meneer de Hoop!‘ Dan zou de NAVO baas hebben moeten wegrennen, vernederend en exposed in zijn dure pak en met zijn glimmende manchetknopen, waarbij hij zijn Herald Tribune door de stress zou hebben laten liggen in zijn eerste klas coupé. Maar zo ging het dus niet. En dat is er dus precies de reden van, dat er in Nederland nooit iets verandert, en dat de criminelen en de pedofielen van de Haagse swamp er in de jaren nadien gewoon mee door hebben kunnen gaan ons land leeg te plunderen en te verkrachten, zodat nu een situatie is bereikt van totaal en compleet moreel faillissement. Je krijgt het allemaal niet bij elkaar bedacht wat er gebeurt in het Nederlandse openbaar bestuur. Ik heb natuurlijk nog veel meer memorabele confrontaties meegemaakt in de coupés van de Nederlandse treinen (ik herinner me zelfs nog, dat er gerookt mocht worden – dat kun je je nu werkelijk niet meer voorstellen!), maar deze twee springen er toch wel bovenuit.

Het boek van dit hoofdstuk gaat over een jonge kerel uit Italië, die ‘de wereld ontdekt‘ tijdens een reis door Europa met een Interrail kaart. ‘All he brings with him are a change of clothes, a map of Europe and the desire to discover new places, new people and, perhaps, a new life. But a chance encounter in Munich takes him off course, on an incredible journey that will see him fall in love in Sweden, lose all his money in Amsterdam, panhandle in the streets of London, win big in Monte Carlo and get caught up in an international imbroglio. Born out of the authors own experiences as a young InterRail traveller, this modern picaresque novel is a celebration of a life of freedom and a Europe without boundaries,’ zo lezen we in de beschrijving op Bol.com. Het boek is uit 2013, maar InterRail bestond ook al in 1981. Dat was het jaar, dat ik eindexamen deed, waarna ik met mijn ‘vaste vriendenclub‘ uit Eindhoven vier weken lang op Interrail vakantie ging naar Griekenland. De Interrail kaart was het cadeau van onze ouders voor het behalen van het eindexamen VWO. Op het perron in Eindhoven werden we uitgezwaaid door de families, alsof we op een expeditie gingen naar het hart van Afrika. Twee van onze vriendinnen mochten trouwens niet mee van hun ouders: Griekenland werd ‘te ver‘ geacht en de reis ‘te gevaarlijk‘. Zij werden naar de Côte d’Azur gestuurd.
Deze eminente treinervaring uit mijn leven mag in dit boek natuurlijk niet ontbreken. Het werd een fantastische reis, waarin we heel Griekenland doorkruisten, alle beroemde monumenten bezochten, waarover we op school zo veel hadden geleerd en zelfs ook de Olympus beklommen, de ‘troon van de Goden‘ in het noorden van het land. De trein op weg naar Griekenland was met name in het traject door Joegoslavië zo vol, dat toiletten onbereikbaar waren. Door het hele gangpad lagen Interrail jongeren te slapen, vaak zelfs in meerdere lagen op elkaar. Urineren deden we uit het raam van de trein, waarbij de gein was, dat de pis dan langs de trein bleef hangen en in het gezicht sloeg van mensen, die verderop uit de raampjes hingen. Een duidelijk en ondubbelzinnig geval van nood breekt wet. In Griekenland kon je in de trein souvlaki kopen, van die kleine stokjes met vlees. We leefden die maand op brood en tomaten, want geld hadden we nauwelijks. Af en toe een koud flesje Retsina – ik ben na die reis mijn hele leven op zoek geweest naar diezelfde flesjes (van een halve liter) met een werkelijk verbluffende smaak, maar heb die nergens anders in Europa gevonden. We sliepen meestal ‘in the open’, op perrons of op het strand. Dat was dus in de zomer van 1981. Ik heb incidenteel nog steeds contact met deze vrienden. Maar een Nederlandse trein heb ik al jaren niet meer van binnen (en ook niet van buiten) gezien. No cause for distress. Ik heb er genoeg van gehad!

Provinciale Zeeuwse Courant – Jaap de Hoop Scheffer geeft gastcollege aan studenten Roosevelt

Gepubliceerd op 3 mei 2011

Oud secretaris generaal Jaap de Hoop Scheffer gaf dinsdagmiddag een gastcollege aan studenten van de Roosevelt Academy. Er werd gesproken over de conflicten in het Midden Oosten, maar vooral over de dood van Osama Bin Laden.

MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (95): PAMELA HEMELRIJK | NIEMANDS KNECHT
MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (97): HENRY KAMM | CAMBODIA, REPORT FROM A STRICKEN LAND