MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (5): JAMES JOYCE | A PORTRAIT OF THE ARTIST AS A YOUNG MAN

Ik heb er nooit een geheim van gemaakt, dat ik mijn werk als journalist uitoefen vanuit een zuiver creatieve drive. In die zin kun je mijn websites ook zien als kunstwerken. Why not? Wat is het principiële verschil tussen het literaire proza van ‘geëngageerde’ schrijvers als Multatuli, Dostojevski of Philip Roth en mijn journalistieke werk? De grenzen tussen literatuur en journalistiek zijn fluïde. Hoe kan het ook anders? En ze vervagen zelfs helemaal als we het hebben over de genoemde drive, de ‘inspiratio,’ zoals de Romeinen dat noemden, het geen letterlijk ‘inblazing’ betekent, inblazing van ideeën, concepten, vormen, beelden, structuren, verhaallijnen, karakters, kleuren, settings, scenes, materialen en al die andere ‘bouwstenen,’ die een kunstwerk vormen: een schilderij, een film, een boek, een website… De ‘bouwstenen,’ waar ik mee werk, komen uit de waarheid en de werkelijkheid, maar het werk, dat ik ermee realiseer, is honderd procent een product van mijn inspiratie. Dat blijkt er bijvoorbeeld uit, dat ik altijd een papier en een pen naast mijn bed heb liggen, omdat je midden in de nacht opeens ‘van boven’ kunt worden ‘ingeblazen’ met een bepaald idee, een verband, een invalshoek, die je niet wil verliezen. Een hard core journalistieke ‘ambachtsman’ werkt niet zo. Die kun je meer vergelijken met een tandarts: op zijn werk werkt hij, in zijn vrije tijd doet hij andere dingen. In mijn leven is er geen enkel onderscheid tussen werk en vrije tijd en tegenwoordig zet ik zelfs steeds vaker ‘s nachts mijn laptop aan.
Wat een lange aanloop naar het boek van James Joyce! In A Portrait of the Artist as a Young Man uit 1914 gaat Joyce op zoek naar de ultieme wortels van zijn creativiteit als schrijver. En die wortels beginnen direct bij de geboorte! Het is, die voor elke artiest unieke combinatie van nature (DNA) en nurture, die de software vormt voor zijn creatieve brein. In het geval van Joyce komen we dan direct terecht bij de onbeschrijfelijke terreur van de Katholieke kerk in Ierland aan het eind van de negentiende eeuw. De kern van het boek is het bezoek van de hoofdpersoon aan een hoer en de gewetenswroeging, die daarop volgt en die zo ver gaat, dat hij overweegt zelfmoord te plegen. In plaats daarvan ‘doet hij boete’ via een verstikkend regime van Katholieke regels en wetten. Maar gelukkig is zijn persoonlijkheid zo sterk, dat hij zich daar aan weet te ontworstelen. Hij wordt geen priester, zoals zijn Jezuïtische leermeesters willen, en aan het eind van het boek verlaat hij Ierland om elders (precies, zoals Joyce zelf deed en met hem vrijwel alle grote Ierse schrijvers uit die tijd) zijn creatieve scheppingsdrang optimaal te kunnen cultiveren. Dit is de voorlaatste zin van het boek:
“Welcome, O life! I go to encounter for the millionth time the reality of experience and to forge in the smithy of my soul the uncreated conscience of my race.”
Net als Joyce heb ook ik me moeten los vechten uit de klauwen mijn ‘milieu’. Ook ik heb mijn vaderland verlaten. In mijn geval was het het verstikkende korset van politiek correct denken (Israël, de PvdA, de academische elite, de gevestigde instituties), dat werd vereerd als zo veel Jezussen aan zo veel kruisen in het Ierland van Joyce. Vanaf het begin heb ik me tegen dat alles verzet. Ik heb bijvoorbeeld slechts een enkele keer in mijn leven mijn stem uitgebracht bij verkiezingen, toen ik net 18 was. Dat was toen PvdA, dat nog wel, maar ik stond al bijna kotsend in het stemhokje. This is evil shit, we worden gigantisch bedrogen! Geheel in lijn hier mee, ben ik ook slechts een keer in Israël geweest. No good. Not for me. Waar het allemaal op neer komt, is die automatische notie van superioriteit, van wij zijn beter en slimmer en ‘hoger,’ dan de rest. Dat hebben Joden, maar ook de linkse elite, de MSM, de academische zwendelaars, you name it. Ik werd gedwongen me beter te vinden, dan ‘de rest’ en weigerde. Misschien niet eens, omdat ik er principieel op tegen ben beter te zijn, dan de rest, maar omdat het verstikkend werkte voor mijn creativiteit, mijn inspiratie. En aldus kon ik uitgroeien tot de ‘bekendste complotdenker van Nederland’ (bron: Chris Klomp) en de meest vervolgde figuur uit de geschiedenis van de Nederlandse rechtstaat. Een bizarre gedachte, dat je als kunstenaar kunt worden opgesloten, omdat je de drives en de waves volgt van je eigen creatieve inspiratie.

MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (4): CHARLES DICKENS | A TALE OF TWO CITIES
MICHA KAT – LEES MEE MET VLUCHTELING MICHA KAT (6): FJODOR DOSTOJEWSKI | DE IDIOOT